Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC22-007 06 februari 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer : KC22-007
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 26 janauri 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 3 februari 2022
Datum uitspraak  : 7 februari 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klager] (klager)

[vader klager] (vader)

[schrijftolk] (schrijftolk)

 

[Verweerster] (verweerster)

 

[Voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[Psychiater] (psychiater)  `

[Lid] (lid)

 

[Ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

  1. Medicatie
  2. Opname kliniek
  3. Informatie in dossier

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 26 januari 2022 een klacht ontvangen inzake medicatie als onderdeel van de verplichte zorg. Op 28 januari zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 31 januari 2022 schriftelijk uitgereikt aan klager.  

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 3 februari 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 8 februari 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.      

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Medische verklaring d.d. 29-7-2021;

-           Bevindingen GD d.d. 2-8-2021;

-           Besluit verlenen verplichte zorg d.d. 2-12-2021;

-           Product 23: Informatiebrief VZ d.d. 8-12-2021;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 16-8-2021 en herstelbeschikking;

-           Zorgkaart d.d. 30-7-2021;

-           Zorgplan d.d. 28-7-2021;

-           Behandelplan d.d. 1-12-2021 en evaluatie d.d. 29-12-2021;

-           Second opinion d.d. 28-1-2022;

-           Labuitslag d.d. 2-12-2021 en ECG 7-12-2021;

-           Terugkoppeling huisarts d.d. 8-1-2022;

-           Decursus periode 10-11-2021 t/m 26-1-2022;

-           Rapportage verpleegkundige 2-12-2021 t/m 28-1-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 8 februari 2022.

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met ongespecificeerde psychotische stoornis met wanen en desorganisatie. Klager werd op 1 december 2021 opgenomen in [locatie].

Op 16 augustus 2021 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 1 jaar.

 

Standpunten van partijen

Klager licht ter zitting toe dat hij nadelige gevolgen ervaart van het medicijngebruik. Het gaat slecht op zijn werk, zijn lichaam protesteert en ook zijn spraak is verslechterd door de medicijnen aldus klager. Klager heeft gelezen dat zijn dossier staat dat hij een gevaar vormt voor zichzelf en voor anderen. Hij is het hier niet mee eens.  

 

Verweerster geef aan dat het een ingewikkelde casus is. Klager heeft het gevoel dat hij alles zelf kan en dat zou verweerster hem graag gunnen. Dit is echter niet de realiteit aldus verweerster. Er is veel moeite gedaan om klager ambulant te begeleiden. Er is echter steeds sprake van een terugval. Het lukt klager niet om naar dagbesteding te gaan of zelfstandig iets te organiseren. Vaak is klager ‘s nachts wakker en gaat dan blowen. Sinds 2019 wordt hij behandeld en is er geen voorgang te constateren. Verweerster vraagt zich af waarom dat niet lukt. ‘We merken dat klager dingen niet geordend krijgt in zijn hoofd’. Een voorbeeld hiervan is het maken van een afspraak bij de tandarts. Het maken van een afspraak bleek, ondanks hulp van moeder, zo ingewikkeld dat dit pas gelukt is toen klager 10 gaatjes had. Achterdocht speelt hierin mee. Klager heeft een CI implantaat vanwege zijn doofheid. Hij heeft het idee dat dit niet goed voor hem is, dat het apparaat gehackt is en afgeluisterd wordt. Klager wil het nu laten verwijderen terwijl het recent geplaatst is. Ook het verwijderen ziet klager als verdacht en denkt dat ze hem dan kunnen besturen. Verweerster probeert  het steeds tevergeefs uit te leggen. Dezelfde achterdocht geldt voor de medicatie aldus verweerster en de enige manier om eruit te komen lijkt via verplichte zorg. Zij is voornemens om te starten met Aripiprazol. Aripiprazol opbouwen en daarna starten met depot heeft de voorkeur. Klager wil geen bloedafname en geen injecties. Ook blijft hij blowen voor ontspanning en is het effect daarvan onduidelijk.

 

Op vragen van de commissie beaamt klager dat hij moeite heeft met vertrouwen. Hij kan niet meer goed nadenken en als hij medicijnen inneemt voelt hij zich nog slechter. Dit geldt ook voor de dagbesteding. Na een zware mishandeling aan o.a. zijn neus en oog, meer dan een jaar geleden ervaart klager rugklachten en veel hoofdpijn. De bijwerkingen van de medicijnen beginnen al een uur na inname aldus klager.  

Vader vult aan dat het lijkt alsof zijn zoon teveel afspraken heeft waardoor hij erg moe is. Hij kan dit niet aan. Vader weet niet of de vermoeidheid veroorzaakt wordt door medicijnen. Hij weet ook niet precies welke medicatie zijn zoon gebruikt.  

De commissie vraagt klager naar het effect van blowen. Sinds de opname gebruikt klager niet meer. De wekelijkse bloedspiegel bevestigt dat. Vader benoemt dat zijn zoon heeft beloofd te stoppen met blowen. Eerst moet zijn gezondheid weer goed zijn. Afgesproken is dat klager gaat praten als hij zich niet goed voelt, in plaats van blowen.  

 

In de tweede ronde vult klager aan dat hij soms ook een stekende pijn heeft in de hartstreek. Vader vindt dat de medicatie goed en nodig is, ook al denkt zijn zoon van niet. De medicatie zal zijn zoon helpen om de goede ideeën weer terug te laten komen. Vader ziet zijn zoon momenteel elke dag. ‘Soms denkt hij raar’, aldus vader en wordt hij opeens agressief. Klager denkt dat dit door de medicijnen komt, vader denkt van niet. .

 

Verweerder merkt tenslotte op dat de verwachting is dat klager met deze medicatie zijn leven weer beter kan oppakken omdat hij zijn gedachten beter kan ordenen en de angsten afnemen. Nu is klager bijvoorbeeld ook bang voor vitamine D en bloedafname. Behandelaren denken aan een voortgezet verblijf in [locatie] en van daaruit toe te werken naar een begeleide woonvorm. Er is een second opinion gevraagd. Klager wil graag zelfstandig wonen maar is nog niet haalbaar nu. Eerst begeleid wonen en leren hoe je je leven organiseert en hoe je dit kunt vasthouden.   

 

Ten aanzien van de informatie in zijn medisch dossier geeft klager aan dat er onvoldoende positieve dingen in staan. Er is ook een klacht ingediend tegen de opname in de kliniek. Ter zitting blijkt dat klager het aanvankelijk niet eens was met de opname maar zich hier inmiddels mee heeft verzoend.  

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klachten zijn gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man bekend met een stoornis in het schizofreniespectrum, wanen en middelengebruik. Klager is het niet eens met de diagnose schizofrenie. Klager wil geen verplichte medicatie, geen opname en wil positieve berichten in zijn dossier opgenomen zien. Klager is opgenomen op 1 december 2021. Voor opname werd klager, met wisselend resultaat, ambulant behandeld.  

Het ernstig nadeel bestaat uit fysieke agressie, vernielen eigen woning, het afroepen van agressie over zichzelf en maatschappelijke teloorgang.

Verweerder geeft aan dat klager medicatie ontrouw is, waardoor het slechter gaat met hem. De verplichte medicatie is besproken met klager, de schriftelijke aanzegging is op 8 december 2021 uitgereikt. Klager wil geen medicatie, zelfs geen vitamine innemen en komt regelmatig niet of te laat op afspraken. Verweerder heeft een second opinion ingezet en is in gesprek gebleven met klager.

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend en zorgvuldig kwalificeren.

Uit het dossier blijkt dat klager lijdt aan schizofrenie, agressief is naar zichzelf en zijn omgeving. Klager weigert medicatie in te nemen en dat maakt dat de overgang naar een verplichte medicatie verdedigbaar is om ernstig nadeel bij klager verder te voorkomen. Verweerder heeft gekeken naar alternatieven en is in gesprek gebleven met klager. De verplichte medicatie Aripiprazol is veilig en een juiste en zorgvuldige behandelmanier om het ernstig nadeel te beperken.

De opname van klager acht de commissie verdedigbaar om het ernstig nadeel te beperken en om behandelopties te kunnen toepassen, gezien zijn gedrag om zich niet (tijdig) aan afspraken te houden.

Klager wil positieve berichten opgenomen zien in zijn dossier. De commissie acht het dossier in orde, er staan niet alleen negatieve berichten in.

 

Op basis van bovengenoemde gronden acht de klachtencommissie de klachten ongegrond.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [locatie], 7 februari 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[Voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5